De meeste zaden oogst je in de nazomer, maar de zaden van bollen zijn nu al aan de beurt. Oogst niet te vroeg want het zaad moet helemaal rijp zijn. Dat is meestal goed te horen aan het ‘rammelen’ als je ermee schud, zoals in de vruchtdozen van papavers. Voel je weerstand als je een zaaddoosje wil lostrekken, dan zijn ze nog niet rijp nog even wachten tot morgen dus.
Na het oogsten maak je de zaden zo schoon mogelijk, overtollig zand, beestjes en restjes van de zaaddozen verwijder je. Dan laat je ze tussen de drie en zes dagen drogen, maar langer kan in dit geval geen kwaad. Vergeet niet om de naam en kleur alvast te noteren, want straks lijkt alles op elkaar. Spreid de zaden uit en leg ze te drogen op een beschaduwde, droge plek maar niet in de zon. Na het drogen verwijder je de resterende zaaddoosjes en blaas voorzichtig schilfertjes, stof en gedroogde aarde weg, zo voorkom je dat eventuele schimmels de pret bederven.
Zaaien is overigens een voordelige manier om beplanting te vermeerderen, maar bij bollen moet je wel geduld hebben. Soms duurt het wel vijf jaar voordat je je eerste gezaaide wilde hyacint ziet bloeien, maar bij winteraconietjes, heb je misschien al na drie jaar resultaat .
Of je nu papieren of plastic zakjes of glazen potjes gebruikt om de zaden te bewaren: koel, droog en donker zijn de belangrijkste voorwaarden. Zelf gebruik ik pergamijn envelopjes van de winkel van papier, hang er nog een leuk label aan en klaar is Kees. Ook leuk om cadeau te geven, vaak doe ik er dan vergeet-me-nietjes in.
Geef een reactie